Mijn moeder raakte stilletjes aan haar geheugen kwijt toen ze 85 jaar oud was. Ze was er al jaren bang voor want háár moeder was het ook overkomen en dat was geen aangenaam vooruitzicht. Hoe zeer we haar ook gerust stelden dat zij qua persoonlijkheid totaal niet op mijn oma leek dus ook nooit die akelige uitbarstingen zou hebben; ze had er angst voor en dat begrepen we. Toen het zich sluipenderwijs aandiende, ze steeds meer ging vergeten en ze dat zelf nog merkte, keek ze ons soms zo verdrietig aan dat het ons hart verscheurde. Een tijd later wist ze niet meer dat ze niets meer wist, behalve onze namen en die van de kleinkinderen. Ze kwam niet meer op woorden, wist niet waar de spullen in haar laatje voor dienden en deed vier lagen kleding over elkaar aan, als we niet oppasten. Maar wat een wonder; ze bleef gezeglijk en humorvol. En onze voorspelling bleek waar. Met onze moeder kon je, ondanks het verdriet, de zorgen en het vaak mensonterende van de ziekte, contact en plezier maken. Vlak voordat ze definitief naar een verzorgingshuis zou vertrekken, liep ik met haar door het huis. Bijna alles was al weg; naar de kinderen of kleinkinderen of naar de rommelmarkt die de fanfare uit ons dorp zo nu en dan organiseerde om van de opbrengst weer een aantal maanden vooruit te kunnen. We eindigden in de serre waar ze graag zaten omdat het daar licht was en de deuren naar de tuin helemaal open konden. Ze waren dol op hun tuin waar mijn vader elk jaar zonnebloemen tot grote hoogtes wist te brengen. Mijn moeder trok me lichtjes aan mijn hand door de serre en vroeg me of ik toch niet iets wilde meenemen als aandenken voor thuis want straks was alles weg. Samen liepen we langs alle spullen; schilderijtjes, vazen, beeldjes, souvenirs van verschillende vakanties. Ik dacht na hoe ik haar het grootste plezier kon doen, toen we stuitten op een tegeltjeswijsheid in een lijstje. In één oogopslag wist ik dat ik die wilde hebben. Het was lelijk, er was een stukje af maar de inhoud meesterlijk. Tevreden wees ik naar het kleinood. ‘Die wil ik hebben mam,’ en ik pakte het ding van de muur. Ze pakte het van me over en las bedachtzaam en hardop de tekst: ‘Doe…Wat…Je…Wilt…Kletsen…Doen…Ze…Toch!’ Waarop ze me verwonderd aankeek en in een spontane lachbui uitbarstte toen de inhoud, even langzaam als de tekst die ze had uitgesproken, tot haar was doorgedrongen. Het werkte zo aanstekelijk dat we opnieuw moesten lachen, telkens als we elkaar aankeken. Uiteindelijk gaf ze me een knipoog, een veelbetekenende, alsof ze echt veel beter wist dan ze wist.
December 2022